Leerlijn zwemmen​
De leerlijn zwemmen bestaat uit 5 fasen met speciale aandacht voor leren overleven
De leerlijn bestaat uit 5 fases (na een 0-fase in bad en onder de douche):
Fase 1: waterwennen
Fase 2: leren overleven
Fase 3: leren zwemmen
Fase 4: verbreden (verschillende zwemslagen, verschillende zwemsporten, …)
Fase 5: verdiepen (verfijning, specialisatie, …)
​
De specifieke aandacht voor de fase overleven kan nieuw genoemd worden. Waar vroeger de sprong tussen ‘watergewenning’ en ‘leren zwemmen’ vaak te groot was, werd de fase ‘leren overleven’ uitgewerkt waarin o.a. ook oefeningen in het diepe worden gedaan.
​
Eerste gemeenschappelijke focus met een nieuwe definitie van kunnen zwemmen
Centraal in de leerlijn staat een eerste gemeenschappelijke focus met een nieuwe definitie van kunnen zwemmen als: zich doelmatig en efficiënt kunnen verplaatsen in het water met het oog op waterveiligheid. Er wordt beoogd dat iedereen deze 1ste focus moet bereiken om zo verder te gaan in zwemmen (diverse watersporten, verfijnen van officiële zwemslagen, …). De proeven zijn gebaseerd op een watersafety-test, door de VUB ontwikkeld op basis van een Noors model (Stallmantest).
Leren zwemmen start bij oefenen van bouwstenen en vaardigheden
Leren zwemmen gebeurt vanuit het oefenen (fase 1) van bouwstenen (hoofd, romp en ledematen) in het water en het oefenen (fase 2) van vaardigheden (verplaatsing, coördinatie en evenwicht) in het water. Dit is een meer natuurlijke aanpak die staat tegenover (vroegere) meer technische-analytische aanpak.
​
Bron: Handleiding: leerlijn zwemmen anno 2014 - Baan 4 en Netwerk Lokaal Sportbeleid
